PASSENGER LEEFT OP DIT MOMENT IN EEN DROOM

Foto: Fotono Photography

Voor Cutting Edge interviewde ik Mike Rosenberg (Passenger).

Passenger gaat als een trein en op dinsdag 5 februari 2013 stond mister Mike Rosenberg met zijn gitaar in een uitverkocht Tivoli Utrecht. Van Gigz Promotions het verzoek om de man achter het knallende album ‘All the little lights’ en singles ‘Let her go’ en ‘Holes’ vooraf te interviewen. Daarop had ik natuurlijk maar één antwoord: gaarne.

Foto: Fotono Photography

CE: Gefeliciteerd met je album ‘All the little lights’! Al vijftien weken lang in de top 10 van de Dutch Album Top 100.

‘Het is absolute gekte, een heel nieuwe wereld voor me. Ik speel al tien jaar muziek en nooit eerder is iets wat hier maar een beetje op lijkt, gebeurd. Ik heb ook nooit een platenlabel gehad, tot voor kort. Dus mijn muziek heeft nooit op de radio gespeeld of wat dan ook. En nu dit. Tja, het is geweldig.’

CE: Hoe voelt deze tour dan ook, eerst door de UK, nu Europa en straks Australië?

‘Het is prachtig. Ik toer al heel lang, maar dat al je shows zijn uitverkocht

en dat je mag spelen in venues als Tivoli of Paradiso… Het is een droom, zelfs voorbij een droom. Waanzinnig.’

CE: Je speelt al jaren op straat. Is dat erg veranderd in vergelijking met twee jaar geleden? Staat de straat niet in no-time bomvol als mensen je herkennen?

‘Soms wel. Jammer genoeg ben ik de afgelopen drie of vier maanden zo druk geweest, en was het ook nog veel te koud, dat ik niet veel heb kunnen spelen buiten. Maar ik mis het echt. Ik begon met het hele buiten spelen omdat ik geen geld had en niet wist wat ik moest doen met mijn muziek. Dus ik dacht: laat ik dat gaan doen, want ik moet snel wat geld verdienen. En bijna meteen merkte ik wat een gave manier het is om muziek bij de mensen te krijgen. En natuurlijk hoe leuk het is en hoeveel ik er van houd. Het is zo’n vrije manier van leven. Je reist wat rond, met je gitaar en wat cd’s. Het voelt enorm vrij en sober.’

CE: Mede door je reizen word je vaak beschreven als troubadour. Voel je je ook zo? 

‘Ik denk het wel. Ik bedoel… Ik heb geen huis, al vier of vijf jaar niet. Ik reis al die tijd al. Dan slaap ik in hotels en als ik in Engeland ben logeer ik bij vrienden of bij mijn moeder. Heel cool, op je 28e (lacht). Maar ik reis ongeveer tien maanden per jaar, dus het zou absurd zijn een huis te huren, er honderden ponden per maand aan uit te geven en er vervolgens nooit te zijn. Dus op dat gebied ben ik, denk ik, wel een troubadour.’

CE: Haal je uit je reizen ook de inspiratie om teksten en muziek te schrijven? 

‘Reizen is een grote inspiratiebron, ja. Nieuwe mensen ontmoeten, hun verhalen horen, nieuwe dingen zien en constant ervaringen opdoen. En vergeet niet de uitdaging van

het reizen, want het is niet makkelijk. Het is een pittige opgave om jezelf constant aan bloot te stellen, want er zijn te gekke momenten, maar ook ontzettende klotemomenten. Beide helpen zeker weten bij het schrijfproces.

Het is grappig, want de laatste paar maanden ben ik erg druk geweest. Maar vorig jaar juni bijvoorbeeld waren we vijf dagen in Amsterdam, speelden er een beetje op straat, dronken koffie en bier, vermaakten onszelf prima en hadden maar één optreden. Nu is dat onmogelijk, want ik ben de ene dag in Utrecht, de volgende in Amsterdam, dan weer in Brussel. Het is nu dus veel moeilijker om tijd en de concentratie te vinden om te schrijven. Ik denk dat ik een balans moet vinden tussen hoe het toen was en hoe het nu is. Ik wil namelijk niet al die jaren hard hebben gewerkt, alleen maar om de hele wereld te zien, maar niet echt de plekken waar ik ben te leren kennen en ervaren. Dat lijkt me nogal zinloos. Ik wil de dingen niet traditioneel doen, dus ook lekker op straat blijven spelen en dingen blijven meemaken en voelen.’

CE: Nu ben ik toch benieuwd, ondanks je propvolle agenda en het feit dat we nog lang kunnen genieten van ‘All the little lights’: is er misschien al materiaal voor een nieuw album?

‘Nou… ‘All the little lights’ was ongeveer anderhalf jaar geleden klaar. En in de periode daarna heb ik ontzettend veel liedjes geschreven. Het volgende album ligt eigenlijk al klaar. Maar zoals ik net zei, geen enkele andere cd die ik hiervoor uitbracht, deed wat ‘All the little lights’ nu doet. Normaal bracht ik een album uit, kochten ongeveer elf mensen het en begon ik alweer aan het volgende te werken. Dus het is dit keer echt heel anders. Als ‘Let her go’ niet zo was geëxplodeerd, was er nu, in februari, weer een nieuw album geweest. Het is natuurlijk een luxeprobleem om te hebben en dat is fantastisch, maar een beetje frustrerend is het wel omdat ik allemaal nummers heb die ik aan iedereen wil laten horen. Maar zoals het nu gaat, hoop ik in oktober met een nieuw album te komen.’

CE: Op je website staan een paar nieuwe video’s waarin je samen met wat muzikale vrienden (o.a. David C. Clements, Isobel Anderson) zingt. Ik ving net in de kleedkamer al een glimp op van een van hen: support act Stu Larsen. Gaan we v

anavond ook de nummers uit de video’s horen? Misschien zelfs samen met wat van je vrienden?

‘Stu ga je sowieso zien. En ja, ik ga nieuwe én oude nummers zingen vanavond. Het gaat mij niet alleen om de nummers op dit album; ik schrijf al jaren muziek en ik wil gewoon de beste set spelen die ik kan spelen. Daar houd ik van. Ik wil mensen laten zien dat het niet alleen om ‘Let her go’ gaat, dat er veel meer is.’

CE: Al je nummers hebben een verhaal. Zou je jezelf een verhalenverteller noemen?

‘Misschien. Daar heb ik eigenlijk nooit over nagedacht.’

CE: Je teksten kunnen zo in een boek.

‘Dat zou wel het verdrietigste boek ooit zijn. Mensen zouden zitten te janken boven de pagina (lacht). Maar ik hoop dat er ook een bepaalde positiviteit door de teksten heen stroomt en dat het niet alleen maar ellende is. Maar ja, de jongens naar wie ik luister, Paul Simon, Neil Young en Bob Dylan, zijn allemaal verhalenvertellers. In de jaren zestig en zeventig en zelfs nog daarvoor, draaide het bij folkmuziek echt om de verhalen, in een bar of bij een vuur zitten en maar vertellen met je muziek. De manier waarop we muziek en entertainment gebruiken is heel erg veranderd, maar ik denk dat mensen nog steeds erg graag verhalen horen. Het brengt ons ook weer een beetje terug naar onze kindertijd, toen we nog werden voorgelezen. Er is iets heel fundamenteels aan, waardoor mensen van verhalen houden.’

CE: Zijn je teksten autobiografisch?

‘Sommige wel. ‘Let her go’ bijvoorbeeld, schreef ik over mijn eigen situatie. Ik denk dat de kracht van dat nummer is, dat mensen het horen en meteen denken aan hun eigen ex-vriend of –vriendin. Dat is het mooie van muziek, dat mensen er hun eigen verbinding mee hebben of maken.’

Foto: Irwan NotosoetarsoCE: Je nieuwe single ‘Holes’ gaat net als ‘Let her go’ over het omgaan met verlies. Fascineert het onderwerp je?

‘Ik weet het niet. Je hebt gelijk, ze gaan allebei over verlies. Maar ‘Holes’ is een heel belangrijk liedje voor mij, en ik speel het vaak aan het einde van een optreden, omdat het heel hoopvol is. De verhalen in het nummer zijn verdrietig, maar er schuilt toch hoop in. ‘We’ve got holes in our hearts, but we carry on.’ Verlies is een heel echt probleem voor iedereen. We verliezen mensen in ons leven, we verliezen dingen, uiteindelijk alles. Dus het is een onderwerp dat iedereen begrijpt.’

CE: Je hebt ineens een heel team om je heen, terwijl je eerst alles zelf regelde en bepaalde. Hoe is dat?

‘Weet je, het is niet eens zo anders. Ik ben altijd bang geweest om platendeals te tekenen. Je hoort van die horrorverhalen, van bands die iets opnemen met een label en vervolgens blijft het drie jaar op een plank liggen stof te vangen, omdat het label het niet uit wil brengen. Maar er is een groot verschil als je een contract tekent wanneer je album al uit is. Het label wil dan namelijk gewoon je cd releasen, in plaats van dat je geld krijgt om een album te maken en dat er nog wel gekeken wordt of het uitgebracht wordt. In dat soort deals ben ik nooit geïnteresseerd geweest. Ik weet hoe mijn muziek moet klinken en hoe het over moet komen. Ik heb een sterke visie over hoe het moet zijn. Dus ik kom, denk ik, niet gauw in een dergelijke situatie. Bovendien heb ik het al zo lang alleen gedaan; ik hoef niet beschermd of wat dan ook te worden. Maar ‘mijn’ jongens zijn cool. Ze wíllen niet eens achter me aan lopen om te vragen of ik al geluncht heb. Ze vragen gewoon wat ik ergens van vind en dan gaan we ermee aan de slag. Het is goed om dat soort mensen om je heen te hebben, met wie je kan samenwerken.’

CE: 15 juni sta je op Pinkpop. Dat moet toch een ervaring zijn. Vanavond speel je voor ongeveer 1000 man. Dat is al heel wat, maar dan zijn er ineens 60.000 mensen…

‘Is het echt zo groot? Ik kan dat echt niet bevatten. Ik heb geen idee hoe dat zal zijn. Het grootste optreden dat ik ooit had, was toen ik support act was voor Ed Sheeran en we speelden in de O2 in Dublin voor 12.000 mensen. Dus om eerlijk te zijn, klinkt het doodeng, maar als je voor 10.000 mensen hebt gespeeld, is dit eigenlijk gewoon zes keer zoveel ‘ontzettend veel mensen’. Momenteel is mijn leven echt compleet maf; de ene dag speel je voor 12.000 mensen met Ed, de volgende dag speel je op straat en staan er dertien mensen en de dag erna heb je een show als vanavond. En je moet je optreden daaraan aanpassen. Vanavond kan ik wat gevoeliger en klein spelen, maar op Pinkpop wordt het een show met meer kracht en wel echt grotere nummers. Het wordt zeker weten te gek.’

Passengermusic.com
Facebook.com/PassengerOfficial

Andrea De Jong
© Cutting Edge – 8 februari 2013