Foto: Fotono Photography
Voor Cutting Edge schreef ik een review van het concert dat Passenger gaf op 5 februari 2013 in Tivoli, Utrecht.
Op het podium van Tivoli Oudegracht prijkt fier een enkele microfoon in het sfeervolle licht van de zaal, op een wat vaal kleed dat onbetwistbaar ontelbare venues gezien heeft. Uit de schaduw ontwaar ik de lange, rossige haardos van voorprogramma Stu Larsen en als de eerste akoestische gitaarnoten klinken, weet ik: dit wordt een avond op reis met Stu Larsen en Passenger (Mike Rosenberg). De Australische Larsen met zijn vagebondachtige voorkomen weet het publiek te boeien, maar een beetje rumoerig blijft het wel. Met warm stemgeluid zingt hij onder andere ‘Cocoon’ en ‘Paper sails’. Wanneer hij Coldplay’s ‘Fix you’ inzet, hou ik even m’n hart vast. Maar Larsens loepzuivere versie van het breekbare nummer komt hard binnen en ontroert. Met een hard applaus verlaat hij het podium.
Wanneer Passenger onder luid geschreeuw opkomt, is meteen duidelijk dat de twaalfhonderd, veelal jonge fans, toch echt voor deze 28-jarige troubadour gekomen zijn. Nadat hij met gitaar om zegt dat dit de grootste zaal is waar hij tot nu toe als eenkoppig Passenger heeft gespeeld en het eerste nummer van de avond inleidt, daalt een stilte in de zaal neer. Het zachte en overpeinzende ‘David’, over een man die in een hostel zijn levensverhaal keer op keer aan Mike vertelde, is een typisch reisverhaal, zoals zoveel van zijn muziek. Het publiek is muisstil, iets waar hij na veel nummers zijn dank over uitspreekt. De woorden ‘That was fucking amazing’ galmen nog dagen na in Tivoli.
De nuchtere jongen uit Brighton is na tien jaar keihard werken zichtbaar dankbaar voor zijn succes met het album ‘All the little lights’. En dat Mike niet vies is van een goeie, sarcastische grap en een gezonde dosis zelfspot, wordt al vóór het eerste nummer duidelijk wanneer hij zijn bewondering voor de stad Utrecht uit: ‘Het is net een klein Amsterdam. Oh, oeps, zei ik iets verkeerd? Ach, ik maak vanavond in een klap twaalfhonderd vrienden.’
Als ‘Life’s for the living’ wordt ingezet vraagt Mike iedereen met het refrein mee te zingen en zingt hij het even netjes voor. Dan weer vraagt hij om absolute stilte, omdat het volgende nummer ‘I see love’ volledig akoestisch moet zijn. Het ontzettend kwetsbare liedje klinkt luidkeels en met voetgestamp door de nu ineens toch grote zaal. Indrukwekkend en klein. Zo wordt de avond een afwisseling van meezingen op ook singles ‘Let her go’ en ‘Holes’ en complete stilte, van klappen en op zijn hardst meezingen, ‘alsof jullie nog nooit zo dronken waren als nu’, op het licht sarcastische ‘I hate’. Naast zijn eigen nummers komen ook twee van Passengers grootste helden voorbij in de vorm van Simon and Garfunkels ‘Sound of silence’. En ‘Eye of the tiger’ wordt ingezet, dat op akoestisch gitaar en met zachte stem een compleet nieuwe sound krijgt. Alle tracks, zo ook ‘Bullets’, ‘Circles’ en het intense ‘27’, over altijd blijven gaan voor je droom, krijgen extra lading, omdat je weet dat de schrijver heilig gelooft in de woorden.
M’n voorgevoel over de avond is flink overtroffen; Mike Rosenberg neemt je mee op reis met zijn liedjes en zingt en speelt in zijn eentje, alsof er een voltallige band staat. Tijdens de toegift komt Stu Larsen weer op, om samen het lieflijke ‘Hearts’ te zingen en als afsluiter zingt Passenger zijn nieuwe single ‘Holes’, dat de rest van de avond in m’n hoofd blijft klinken.
Andrea De Jong
© Cutting Edge – 6 februari 2013